19 juni 2010

En ik ben een slagersdochter

Ze was er aan toe, mijn oma. Volgens de dokter werd het tijd dat ze vanwege staar aan haar ogen geopereerd werd, maar had dat weinig zin als haar oogleden niet eerst gelift zouden worden.
En zo kwam het dat mijn oma -ze is 77- naar het ziekenhuis toog voor een ooglidcorrectie. Ze bezwoer een ieder deze cosmetische ingreep nooit te hebben laten plaatsvinden als het niet echt nodig was geweest, want ijdel is ze, naar eigen zeggen, niet. Naar mijn zeggen is ze dat wel, en terecht.
Ze naait de mooiste kleding, zoekt daarvoor de chicste stoffen uit en als ze, zoals twee jaar geleden, onverhoopt met haar mountainbike op een Belgisch kruispunt over de kop vliegt en in het ziekenhuis belandt, weigert ze in het ziekenhuis haar hoofd op het kussen neer te leggen tot de dokter er is, want anders 'denkt hij misschien dat ik mijn haar niet verzorg'.
Maar goed, de ooglidcorrectie had een medische reden: mijn oma had ontdekt dat het 'in huis een stuk lichter' was, als ze haar bovenste oogleden een halve centimeter optilde. Dan wordt het wel tijd voor wat chirurgisch vakwerk.

Oma met Theije, haar eerste achterkleinkind
Mijn moeder was de dag voor de operatie naar mijn oma gegaan en zou tot een dag na de operatie bij haar blijven, om de nodige morele en fysieke ondersteuning te bieden. Samen zaten zij in de wachtkamer van het ziekenhuis, toen mijn oma door een verpleegkundige werd geroepen en meegenomen werd naar de operatiekamer. Mijn moeder had gezegd dat ze zo lang mogelijk bij mijn oma zou blijven en hoopte heimelijk dat 'zo lang mogelijk' betekende 'tot naast de operatietafel'. Dit enerzijds om mijn oma het gevoel te geven dat ze niet alleen was en anderzijds uit een vreemdsoortige interesse in operaties, bloed en medische kunstgrepen.
Hoewel ze dus licht teleurgesteld was, toen de zuster tegen mijn oma zei dat mijn moeder niet mee mocht de operatiekamer in, zag ze de redelijkheid van die weigering ook wel in en besloot ze om, in afwachting van de terugkeer van mijn oma, de tijd in de wachtkamer te doden met een boterham. Tot haar grote verbazing kwam de zuster vijf minuten later terug, met de mededeling dat mijn oma haar verzoek nogmaals had ingediend, ditmaal bij de chirurg, en dat die daarin had toegestemd. Wel had hij eerst aan mijn oma gevraagd of ze verwachtte dat mijn moeder de ingreep zou kunnen aanzien zonder van haar stokje te gaan, want hij had tijd noch zin om zich daarmee bezig te houden. 'Ja hoor, dokter', zei ze, 'dat kan ze prima naar kijken zonder dat ze flauwvalt. Ze doet niet anders'. (U dient te weten dat mijn ouders niet in het bezit van een televisie zijn.)
Om te benadrukken dat mijn moeder uit een koen en stoutmoedig geslacht stamt, voegde ze daar nog aan toe: 'En ik ben een slagersdochter', hetgeen de waarheid is, maar in de operatiekamer toch een wat merkwaardige bijklank kreeg.
Aldus geschiedde het, dat mijn moeder getuige was van de ooglidcorrectie van mijn oma, en van haar verbazing toen ze met haar ogenleden gesloten (er was inmiddels een dun reepje huid uitgesneden) het licht zag: 'Dokter, kijk ik er nou doorheen? Ik zie de lamp!'
'Nee hoor', zei de dokter geruststellend, 'ik tilde uw ooglid even op'. Tegelijkertijd keek hij met rollende ogen mijn moeder aan, alsof hij wilde zeggen: 'Wie onder deze omstandigheden nog zo helder is, zal menigeen in scherpzinnigheid overtreffen, ongeacht hoe de ogen functioneren.'

1 opmerking:

  1. Fantastisch! Ik zie het al helemaal voor me, die oma van jou is zo bijdehand...

    BeantwoordenVerwijderen