29 januari 2009

Het klonk als een gezellige, oude hond

Tot afgelopen zondag was het Norovirus voor mij een onbeduidende buikgriep, waar in het verre Groningen bejaarde mensen aan overleden. Ik vond dat een geruststellende wetenschap, aangezien Groningen nog altijd op zo'n drie uur flink doorrijden van mijn huis ligt, ik pas 26 jaar ben en ik in mijn arrogantie dacht dat buikgriep net zoiets is als verkoudheid, maar dan op een andere locatie.

Inmiddels heb ik een aantal schokkende ontdekkingen gedaan:
-het Norovirus kan lange afstanden afleggen
-als gevolg daarvan is Oud-Beijerland niet langer veilig voor grote gevaren
-als je pas 26 bent kun je ook doodgaan
-buikgriep is een ernstige ziekte
-het Norovirus is een bijzonder ernstige ziekte
-als je nog niet bejaard was toen je het Norovirus opliep, voel je je in elk geval hoogbejaard tegen de tijd dat je beseft dat je het overleefd hebt


Op zondagavond had ik nog in naïeve rust genoten van de nasi die manlief had klaargemaakt. In de daaropvolgende nacht kreeg ik het gevoel dat er een octopus door mijn maag slalomde en veranderde ik in een fontein. Zo'n fonteintje dat sommige mensen als decoratie aan de rand van het vijvertje in hun tuin zetten: een vis met dikke lippen en bolle ogen die water uitspuugt en zo de vijver vult. Van zo'n vis die op de rand van de vijver staat, zou je verwachten dat hij spoedig het bewustzijn gaat verliezen, aangezien hij op het droge staat. Vandaar ook die uitpuilende ogen, de angstige blik en de opzwellende lippen. Met mij gebeurde dat in elk geval wel: van pure ellende bezwijmde ik, Godzijdank in manliefs armen. Hij kreeg echter stank voor dank, want het was nodig dat de badkamer schoongemaakt zou worden en behalve mijzelf en onze vogel was er niemand in huis die dat kon doen. En de vogel sliep. Nog dagenlang heb ik geslapen, niet gegeten, gedroomd over vrouwenleed en 's avonds manlief bezworen dat ik van hem hield, ook als ik de ochtend niet zou halen. Ik kan me voorstellen dat de gedachte de kop opsteekt dat ik een aansteller ben die het internet afspeurt naar buitenissige aandoeningen en vervolgens de dokter belt om die ervan te overtuigen dat een visite zal leiden tot exclusief studiemateriaal waarmee de Nobelprijs voor de Geneeskunde gescoord kan worden. Mijn naasten echter weten, dat ik ooit de fietstocht naar school (22 km. enkele reis) heb volbracht, ondanks dat ik flauwviel op het moment dat ik de fietsersbuis van de Heinenoordtunnel uitkwam en dat ik vlak voor een operatie heroïsche uitspraken deed om mijn omgeving gerust te stellen. Mocht er dus nog iemand zijn die, net als ik tot voor kort, vindt dat het woord Norovirus doet denken aan een gezellige, oude hond, dan kan ik die persoon ervan verzekeren dat het in dit geval om een zeer agressieve, mensonvriendelijke, levensgevaarlijke, stinkende terriër gaat, die je de strot afbijt, zodra je met je ogen knippert.